Met drie renners gingen we op zoek naar het nieuwe fietspad over de Stippelberg. Eerst even over de parkeerplaats en de grondwal van de Rooije Plas, daarna de N272 oversteken om via wat grindpaden aan te komen bij de Stippelberg.
Het bleek een fata morgana: geen asfalteermachine te bekennen en in de verste verte ook geen fietspad. Dan maar via de Middenpeelweg en De Rips, om de route weer op te pikken net voor Milheeze. Vanaf daar gingen we op zoek naar de Wittedijk, ons welbekend van het woensdagavondrondje. Ook deze bereiken we niet zonder een vergelijking met de Strade Bianche.
Vanaf daar suizen we, met een flinke bries in de rug, richting Duitsland. Met een nieuw koffiepunt in gedachten gaat dit als een fluitje van een cent. Met een kannetje koffie per man – en voor één van ons een flink stuk torte – vervolgen we onze route rond het vliegveld van Weeze.
Bij het naderen van de landsgrens verschijnen er langs de weg diverse borden die ons proberen duidelijk te maken dat de grens dicht is. Dichterbij gekomen blijkt er een lang uitgestrekte en drukbezochte braderie aan de gang te zijn in Siebengewald. Na enkele ‘tips’ van koopjesjagers over hoe we ons het beste door de mensenmassa konden manoeuvreren, verlaten we via een zijweg deze markt.
Via een kort gravelpad komen we weer op de originele route. Op naar het pontje van Afferden! Vanaf daar in één rechte streep naar Handel — dachten we. Dit zou bijna gelukt zijn, ware het niet dat we nog in een kilometerlange wegopbreking terechtkwamen in Vortum-Mullem. Nu waren het niet alleen de renners die kraakten; ook één fiets gaf aan dat het welletjes was geweest.
Om de route gepast af te sluiten, hebben we maar niet gezocht naar een fietspad dat ons door het Bronlaakbos naar Elsendorp zou brengen. In plaats daarvan zijn we via een ommetje toch thuisgekomen.
Enkele kilometers meer op de teller dan verwacht, maar dat kon de pret niet drukken.